Poëzie op woensdag, dl. 14

Dood van een computer

Acht jaar verhalen, boeken en recensies –
het dagelijks karwei. Eens zal -ie crashen,
verzekerde men mij en dus, onzeker
computeramateur, kocht ik een nieuwe,
zette de oude in een zijkamer, alwaar
toen ik ‚m aanzette, hij oude schijfjes nam
en er geprinte eindversies van maakte,
zwarte tekentjes op papier zijn zekerder
dan elektronen. ‚t Mechanisme scheen
niet te gebelgd over z’n prepensioen.

Vandaag begaf-ie het. Denk ik. Eerste
signaal, een spookvierkantje schoof zichzelf
over de tekst, als ‚ongepast‘ gedrag
dat even de bijeenkomst overschaduwt
al kun je het negeren. Volgend teken,
nu zwarte strepen, met heel kleine stukjes
versplinterde icoontjes: hij deed als
een oude advocaat die in seniele aanval
opspringt, zich tot de jury richt
met van die stijlbloemetjes en volkse flair.

Daarna begon het puntig pijltje als
een schildersborstel pixels weg te slepen.
De monitor geloofde elk moment
zelf nog dat het ergens op sloeg
terwijl strepen, lijntjes en plotse kronkels
van mijn getikt bericht rap puinhoop maakte.
Verward door zulk helder, hoopvol geknoei
sloot ik het apparaat genadig af.
Moge ook mij een sterke, milde hand
als mijn systeem gaat falen vrede brengen.

(bron: John Updike, Eindpunt en andere gedichten (tweetalige editie), De Arbeiderspers, 2010)

2 thoughts on “Poëzie op woensdag, dl. 14

Schreibe einen Kommentar

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert