Vrijdag de 13e

Inmiddels is het zondag de 15e, maar ik verbaas me nog steeds.

Met een kopje koffie ga ik op vrijdag de 13e stipt 9:30 achter mijn computertje zitten. Het begint te wennen. Het is al bijna zo alsof je een keer per maand je favoriete tv-uitzending volgt. Altijd op vrijdag.

En terwijl ik nog zit te denken, eigenlijk is het nog midden in de nacht, zie ik dat de statenleden dat kennelijk ook denken. Langzaam komen ze binnen druppelen. Een praatje hier en daar, net een gewoon werkoverleg. Met een kleine vertraging van 10 minuten zit iedereen op zijn plek. De voorzitter heet de aanwezigen welkom, ook diegenen op de publieke tribune, ook diegenen die virtueel aanwezig zijn. Dat vind ik aardig. De voorzitter komt sowieso sympathiek over. Ik geniet van mijn koffie en de vroege vrijdagochtend.

Jeroen van Dijen begint en de vaart zit erin. Een stormvloed aan vragen. Wellicht zoveel dat er een extra vergadering volgende week ingelast moet worden?

Iedereen wakker. Zo, dat gaat snel!

Steeds meer leden sluiten zich aan, vragen en klachten, veel klachten over het te laat insturen van 38 stukken, die pas woensdagmiddag de statenleden bereikten. Onmogelijk om alles zorgvuldig door te kunnen nemen. Men wacht op verklaringen. Ook wordt de vraag herhaaldelijk gesteld of het dossier nu eindelijk compleet is. De aanwezigen zijn er ondertussen zo’n beetje klaar mee, krijg ik het gevoel.

Enfin. De fusie ZB/Scoop wordt van agendapunt 6 tot agendapunt 1 verklaard. De bedoeling is dat het kort afgehandeld wordt. Uiteindelijk gaat het anderhalf uur duren.

Ben de Reu krijgt het woord: ‚Fusies zijn geen feest.‘
Verder concludeert hij: ‚Fantasie en feiten lopen door elkaar.‘

Kennelijk is het de dag van de f-woorden. Op het puntje van mijn stoel zit ik op ‚bloody friday‘ of iets ergers te wachten, maar dat blijft fatsoenshalve uit.

Vervolgens zijn de meningen verdeeld over de vraag of het voorliggende dossier wel of niet compleet is, en of het woord ‚moet‘ wel of niet een eis bevat. Meneer de Reu wijst het van zich dat de op handen zijnde fusie van ZB en Scoop tot één nieuwe organisatie ooit een eis is geweest van hem. ‚Ik heb een uitspraak gedaan over het perspectief.‘ Uit de verslagen is daarentegen te zien dat de toenmalige onderhandelingspartners het wel degelijk als een eis opvatten. ‚Dat is dan uw conclusie.‘

De vragen bleven, de verwarring ook. De vergadering pastte zich aan bij het weer. Mistig. In nevelen gehuld. Maar alles wordt uitgezocht, uiteraard, en later schriftelijk beantwoord.

Wat de frictiekosten betreft, geven we het woord aan meneer van Heukelom.

Hij verstrengelt zijn handen in elkaar. Zucht. ‚Alles wat u nu aan mij vraagt… tot januari… ik vrees… ik denk niet… zo complex allemaal… en we zitten midden in de gesprekken… tot januari kunnen er hooguit schetsen… en bovendien is het

KERSTVAKANTIE!‘

Hij weet slechtnieuwsberichten wel over te brengen.

‚Ja maar wat is dan met de fusie 1 januari?‘
‚Dat is toch de omgekeerde volgorde!‘
‚Moeten we dat hele project niet gewoon afschieten?‘
‚Alternatieven… bla bla bla.‘

Zomaar enkele stemmen uit de zaal.

Van Heukelom kalmeert de gemoederen. ‚Ik kan me voorstellen dat 1 januari niet haalbaar is. So what.‘

Nee. men is niet tevreden. Er is geen duidelijk beeld over wat voor nieuwe organisatie het moet worden en welke taken deze moet vervullen. Eigenlijk is er helemaal geen beeld. De omschrijvingen uit het interview in de PZC worden erbij gehaald. De nieuwe organisatie kan ‚De Balie‘ of de ‚Rode Hoed‘ van Zeeland worden. Van Heukelom zet ook dit in het juiste perspektief. ‚Dat zijn mijn woorden niet. Misschien een balietje of een hoedje…‘

In plaats van 1 januari is nu 1 juli waarschijnlijker. Dan zijn we weer een half jaar verder. Een eindeloos, uitputtend, slopend verhaal. Door de gedeputeerden gereduceerd tot een ’so what‘. Voor de betrokken medewerkers het zoveelste uitstel, opnieuw maanden van onzekerheid erbij, ook over de feestdagen, ook over de jaarwisseling. Met geen woord wordt daarover gepraat, over de mensen waar het om gaat.

Ik wens iedereen fijne feestdagen, vooral al mijn collega’s die, ondanks alles, iedere dag opnieuw hun best doen voor alle bezoekers van de bibliotheek. Een zeer gemeend chapeau!

[bron afbeelding: „La construcción de la Torre de Babel“, miniatura del codice ‚Egerton Genesis Picture Book‘ (s. XIV), British Library ]

Schreibe einen Kommentar

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert